De Wereldgezondheidsorganisatie heeft een wereldwijde noodtoestand afgekondigd wegens de verspreiding van het zikavirus vanuit Latijns-Amerika. Dat virus zou tot afwijkingen bij ongeboren baby's leiden.

WHO-directeur Margaret Chan had vandaag een vergadering bijeengeroepen van onafhankelijke experts over het zikavirus. Ze deed dat na een oproep van een groep Amerikaanse wetenschappers die de WHO tot spoed hadden aangemaand omdat het virus zich nu al verspreid heeft over meer dan twintig landen in Latijns-Amerika.

Chan zegt dat het weliswaar nog niet is aangetoond dat het virus verantwoordelijk is voor verminderde hersenontwikkeling bij ongeboren kinderen, maar dat het risico wel erg groot is.

Het virus wordt verspreid door muggen en volgens de WHO zouden er dit en volgend jaar meer dan vier miljoen mensen in Amerika besmet kunnen worden. Die mensen krijgen dan een soort griepgevoel en in sommige gevallen merken ze er zelf niets van.

Wel valt het op dat in plaatsen waar het zikavirus verspreid is er plots veel meer gevallen zijn van kinderen met verminderde hersenfunctie. In sommige gevallen zou het virus ook kunnen leiden tot verlamming.

De WHO wil nu wereldwijd maatregelen op het virus op te sporen, de verspreiding ervan te verhinderen en vaccins uit te werken. Op dit ogenblik is er geen behandelnig noch vaccinatie tegen het virus.

De laatste keer dat de WHO een wereldwijd alarm had afgekondigd was in 2014. Toen ging het over het ebolavirus dat meer dan 11.000 mensen heeft gedood in West-Afrika. Die epidemie lijkt intussen bedwongen, maar de WHO kreeg toen wel de kritiek dat de organisatie te laat was opgetreden. (vrt)